Het verhaal van de drie Biggetjes en de Wolf wordt al honderden jaren verteld. Het heeft nog steeds grote invloed op ons gedrag. In Nederland wil “de gemiddelde consument” een stenen huis, punt. Een houten huis voldoet niet – het vooroordeel over bouwen met hout is hardnekkig. Heel langzaam komt daar verandering in. Misschien wel door aannemers en ontwikkelaars die houtbouw adviseren. Zij weten dat mensen die een huis met vernieuwbare materialen betreden zich meteen prettiger voelen.
Natuurlijk zijn er verschillen tussen een stenen en een houten huis. Beiden hebben specifieke voor- en nadelen. Grote voordelen van een houten huis zijn de snelle bouwtijd en de hoge kwaliteit door industrialisatie. Daarnaast is het makkelijk te isoleren en voor een groot deel gemaakt met vernieuwbare materialen. Een houten huis is ook makkelijk te verbouwen en zelfs te demonteren om hem ergens anders op te bouwen. Nadelen als oververhitting, gehorigheid, duurzaamheid (in de betekenis van lange levensduur) zijn door architectonische ingrepen en goede detaillering te verhelpen. Wat overblijft zijn emotionele argumenten. Want zelfs als iemand voor een (geprefabriceerd) houten huis met een goede prijsstelling kiest, dan laat hij er een metselstenen buitengevel omheen zetten. Zodat het huis toch “degelijk” oogt en wellicht onderhoudskosten bespaart. Als emoties de belangrijkste overwegingen voor een houten huis zijn, dan is het raadzaam om ook de kwaliteiten te benoemen: goed voor het milieu, een fijn en gezond binnenklimaat en een prettige uitstraling. Deze kwaliteiten zijn misschien zacht, maar goed te ervaren en aan te tonen. Laten we het moderne verhaal van de drie Biggetjes aan onze kinderen vertellen:
Er waren eens drie biggetjes: Nif, Naf en Noef, een domme, een slimme en een praktische. Ze wonen bij moedervarken in huis. Het is echter tijd voor elk biggetje om het huis te verlaten en op zichzelf te gaan wonen. Ze krijgen van moedervarken twee Muntjes, één om Materialen te kopen en één om de eventuele Milieuschade die door het bouwen en wonen ontstaat te vergoeden. Moedervarken waarschuwt haar biggetjes wel: “Pas op voor Bor de MilieuWolf, hij zal alle Milieuschade in rekening gaan brengen!”
Nif, het domme varkentje, kijkt niet verder dan zijn ronde snuit. Hij bouwt zijn huisje van beton en baksteen. “Alle huisjes worden zo gebouwd, dan zal het wel goed zijn!”, denkt het biggetje. Hij gaat beton storten en metselen totdat zijn huisje klaar is. Hij kan nog net een flinke verwarmingsinstallatie betalen, want het blijkt nog niet eenvoudig deze steenmassa warm te krijgen. Het duurt al met al toch wel lang voordat het huisje klaar is. En hij moet ook flink wat logeerkosten betalen bij de Oma van Roodkapje. Al met al is zijn MateriaalMuntje helemaal besteed.
Als Nif eenmaal bij zijn warm gestookt kacheltje zit, verschijnt Bor de MilieuWolf aan de deur. “Waar denken wij helemaal mee bezig te zijn?” brult Bor. “Dit huisje veroorzaakt heel wat Milieukosten die jij nu moet gaan betalen! Wat dacht je van de afgravingen van klei, zand en grind? En alle niet vernieuwbare materialen die je hebt gebruikt? Alle energie die nodig was om de materialen te maken en energie die nodig is om het huis te verwarmen! Dat zijn hoge Milieukosten! Dat kost je twee MilieuMuntjes!”. Nif gooit zijn ene MilieuMuntje naar de MilieuWolf en slaat snel de deur dicht. Hij heeft helemaal geen twee MilieuMuntjes! En terwijl de MilieuWolf brult en proest en blaast en snuift, vlucht Nif via de achterdeur vol schaamte naar zijn slimme broer Naf. Hij zal toch wel zo verstandig zijn geweest om rekening te houden met die hoge milieukosten?
Naf, het slimme biggetje gaat bouwen in Houtskeletbouw. Dat is wat duurder dan traditioneel metselwerk, maar een stuk sneller klaar. Dus Naf is weinig kwijt aan logeerkosten. Houtskeletbouw isoleert beter, dus een kleine verwarmingsinstallatie voldoet. Zijn MaterialenMuntje is hiermee besteed. Naf’s kleine staartje krult van trots als hij zijn nieuwe huisje gaat bewonen.
Op een dag komt Nif, het domme biggetje in paniek langs en vertelt het verhaal van Bor de MilieuWolf. Naf zucht van zoveel domheid, moedervarken had nog zo gewaarschuwd. En meteen daarop klonk er geroffel op de deur en stond Bor de MilieuWolf op de stoep! “Ha”, riep de Wolf, “jij hebt het beter aangepakt dan je domme broertje; veel vernieuwbare materialen, dus weinig milieukosten. Maar toch: een betonnen fundering en begane grondvloer, plastic folies en minerale wol in de wanden, chemische verven, dat is één MilieuMuntje”. Naf betaalt zijn MilieuMuntje en op dat moment ziet Bor de MileuWolf het snuitje van Nif. “Van jou krijg ik nog een MilieuMuntje!” schreeuwt Bor, hij brult en proest en blaast en snuift, en Naf kan net op tijd de deur dichtgooien. Ten einde raad vluchten ze naar Noef, heeft hij dan een oplossing om Bor de Milieuwolf kwijt te raken?
Noef het praktische biggetje, denkt bij zichzelf: “Ik kan dit allemaal niet zelf verzinnen”. Hij gaat experts om advies over materiaalgebruik en milieu in te winnen. Hij besluit alleen met vernieuwbare materialen te bouwen. Voor weinig geld koopt Noef bij de boer strobalen en bouwt hiermee zijn huis. Hij gebruikt inlands hout voor de constructie en voor de kozijnen, en leem voor de afwerking van de muren. Met de rest van het geld plant hij bomen. Zodat het huisje materiaalneutraal is én Noef nog wat kaphout heeft voor de verwarming van zijn huisje. Veel hout heeft het gesloten leem-kacheltje niet nodig, want dankzij het stro is zijn huisje supergeïsoleerd! Uiteindelijk heeft hij zijn MaterialenMuntje helemaal uitgegeven en verwacht hij dat het MilieuMuntje uitgespaard blijft. Hij voelt zich daardoor erg prettig. De gebruikte materialen dragen hier ook flink aan bij. De natuurlijke materialen ademen en zorgen voor een fijn binnenklimaat.
Tevreden zit Noef dan in zijn huisje als zijn twee broertjes aankloppen. Donkerroze aangelopen en ten einde raad vertellen ze het verhaal. En jawel, daar loopt Bor de MilieuWolf al rond het huis. Na alles aanschouwd te hebben belt Bor aan. “Hier zie ik alleen maar vernieuwbare materialen, je hoeft geen Milieumuntje te betalen”. “Dat is mooi”, zegt Noef, “Dan is hier het ontbrekende MilieuMuntje van mijn broertje Nif. Ik hoop dat hij ervan geleerd heeft”.
Bor de MilieuWolf loopt tevreden weg. Nif en Naf besluiten bij Noef in te trekken, want het strohuisje is het fijnst van alle huisjes. Ze willen dat andere biggetjes dit ook gaan ervaren. Ze nodigen iedereen uit en vertellen overal dat bouwen met vernieuwbare materialen staat als een huis. Dat naast de wolf ook de boeren blij zijn. Zij kunnen vlas, hennep en lisdodde verbouwen en dragen zo bij aan een schonere wereld met minder kunstmest en pesticiden. Insecten en vogels worden daar weer blij van en genieten van schoner water. De drie biggetjes knorren voor de rest van hun leven van geluk.